October 29, 2004

Brief 05 Robin Andries

Laat me beginnen met een verontschuldiging voor de voortdurende onduidelijkheden die mijn gebruik van metaforen met zich meebrengt; de 'koek...waarvan je niet hebt geproefd' was
niet in verwijzing naar de liefde voor en door God-ik zou niet durven
beweren of je daarvan wel of niet de smaak kent of zou herkennen als ik die
minder gebrekkig zou verwoorden.
En ik wilde al helemaal niet 'de koek' dwz. de islamitische cultuur, gelijk
stellen aan het onderwerp van de devotie waarvan zij een uiting hoort te
zijn-dwz.God, die als enige aanspraak kan doen gelden op de eeuwigheid als
eigenschap. Mocht dit misverstand een reden zijn voor jouw anders ongegronde
koppeling van een door geloof geinspireerde cultuur aan onveranderlijkheid
en stagnatie, dan neem ik mezelf m'n onduidelijkheid zeer kwalijk.
*****
Wellicht zou veel verwarring zijn voorkomen als ik meer heldere informatie
had verschaft.
-Het had in ieder geval voorkomen dat je S. Rushdie er met de haren
bijsleept; Rushdie is geen moslim, Iran wordt vanwege z'n shiitische
bevolking door soennitische moslims niet als islamitisch beschouwd, en des
schrijvers verdienste bestaat er voornamelijk in dat hij, immigrantenkind
deelnemend aan 't westers culturele leven, een boek heeft geschreven wat
opzien baarde door de ban erop in Azie, niet daarin dat hij binnen 't
raamwerk van een islamitische samenleving de 'vragen die de moderne tijd
stelt' aan de orde heeft gebracht.
-Het had kunnen voorkomen dat je vrouw-in-burqa zonder meer koppelt aan
gebrek aan vooruitstrevendheid[ beweert zij, dat de aarde plat is? Ontkent
zij de geldigheid van de relativiteitstheorie, de evolutieleer?]. De
uitwendige verschijning dient hier een innerlijk doel, wat veel verder
streeft dan uiterlijkheden...
De aard van islam impliceert juist vooruitstrevendheid, voortdurende groei;
in geen ander geloof is het vocabulaire zo ontleend aan reizen, navigatie;
bijv. onze wet, de SHARI'A is door de woordstam
verbonden met 't woord SHARIA, straat[oorspronkelijk' pad naar de plek waar
water stroomt'].
Vanuit die wetenschap bezien valt de wet metaforisch te bschouwen als een
pad wat de moslim aflegt om tot rust[/vrede-islam] te komen, wat ook
terugkeert in 't benaderen van de vijf verplichte gebeden als vijf
rustpunten die de pelgrim op z'n reis door de dag tegemoet kan zien.
-En tenslotte zou 't je ervoor behoed hebben, gebruik te maken van het
religieuze vocabulaire om seculiere zaken aan te duiden. Het is niet dat ik
het godslasterlijk vind dat je Kepler en Da Vinci als profeten beschouwt[ je
bent immers geen moslim en daardoor in zekere zin ontheven van de plicht om
Muhammad als de laatste, de zegel der profeten te zien] maar dat de
vergelijking mank gaat:
'profeet' is een tweeledig begrip; het veronderstelt de ontvanger van 'n
leer/ van de aansporing om die leer te verkondigen, en daarom ook de zender
ervan-dwz.God. Wat God kenmerkt, is dat niets is als Hij, wat maakt dat de
inspirerende factor bij 'n profeet als Da Vinci niet met Hem vergeleken kan
worden, wat dan weer het profeetschap van de uitvinder/schilder uitvlakt[ Ik
begrijp natuurlijk wel wat je met je metaforisch gebruik van 't woord
bedoelt, Andries, maar woorden bedoelen zelf ook; en het gebruik van 'n
bepaald vocabulaire buiten z'n gebruikelijke context is altijd moeilijk.].
2
Als religieus mens, als moslim, ben ik verplicht om 't geloof als enige
maatstaf in m'n leven te aanvaarden, het is de toetssteen waarlangs ik al
m'n denken en handelen voortdurend moet analyseren en syntheseren.
En hoewel dit niet betekent dat ik je geen keus laat dan te luisteren naar
veel langdradig gezwets over De Waarheid als je 't eigenlijk over kunst wil
hebben, hoop ik wel dat je begrijpt dat ieder onderwerp wat je aansnijdt,
voor mij raakt aan religie, en om dat verband ook inzichtelijk voor je te
maken zal ik 't zo nu en dan over geloof hebben.
*****
Je bent vast bekend met de korte parabel-achtige leermethodes/teksten uit de
buddhistische chan-traditie die tot doel hebben bij de toehoorder'satori' te
bewerkstelligen, dwz. plotseling inzicht over het onzegbare, verkregen langs
niet-rationele weg. Welnu, de brede en eerbiedwaardige mystieke traditie van
de islam[tasawwuf] kent soortgelijke methodes, en jouw beschrijving van je
gevoel over de omgekeerde integratiecursus zou er zomaar een kunnen zijn...
Twee voorbeelden:
- Nasruddin komt een winkel binnen en vraagt de eigenaar"Heb je me hier al
'ns eerder gezien?"
"Nee,"antwoordt de man. Luidt de wedervraag: "Hoe weet je dan dat IK 't
ben?"
-Nasruddin, van wie iedereen in de streek weet dat hij smokkelt, verschijnt
maandelijks bij de grens met een ezel beladen met hooi, die de douanebeambte
keer op keer vruchteloos onderzoekt op smokkelwaar; jaren later,
gepensioneerd, ontmoet de beambte Nasruddin toevallig. Hij vraagt hem wat
hij toch smokkelde, al die tijd. Nasruddin's antwoord: "Ezels."
Dergelijke verhaaltjes hebben voor sommigen waarschijnlijk niet meer waarde
dan 'n mop, voor de goede verstaander zijn zij de uitdrukking van 'n
levensvisie, en bevatten 'n aansporing tot het doorzien van
vanzelfsprekendheid en de beperkingen van verbale communicatie, kortom ze
vormen een introductie tot het onzegbare; vandaar wellicht mijn cursus,
waarvan de cursusleider weigert te spreken over de inhoud van de cursus...
*****
Het doel van zulke teksten is dus niet onverwant aan jouw defintie van
kunst; misschien hebben we hier wel te maken met een kunstvorm waarvan de
uitgesproken doelgerichtheid een kenmerk is, een doelgerichtheid die
religieus van aard is.
Hoewel de mate waarin een kunstwerk geslaagd is niet bepaald wordt door de
al of niet religieuze intentie waarmee het gemaakt is, evenmin als brood
niet te beoordelen is op de geloofsovertuiging van z'n bakker, kan het
kunstwerk wel beoordeeld worden op z'n effectiviteit; en als het doel van de
kunstenaar was, om te verwijzen naar religieuze concepten middels poetische
analogieen ontleend aan het religieuze vocabulaire, is een voorkennis van
die concepten onontbeerlijk om het kunstwerk te kunnen waarderen.
Dit geldt zeker voor de islamitische kunsttraditie; zelfs als het doel
zuiver gericht is op esthetisch genot, zoals in de landschapsvormgeving, is
het onmogelijk om in de fonteinen, de paden, niet een verwijzing te zien
naar het paradijs zoals dat in de Qur'an metaforisch is omschreven, netzomin
als het nog mogelijk is om binnen de westerse kunsttraditie een vrouw de
trap af te laten dalen zonder naar Duchamp te verwijzen; al is de
paradijs-verwijzing op z'n beurt natuurlijk weer seculier te interpreteren
als simpele vanitas/ memento mori boodschap[ het is in dit opzicht
veelzeggend dat FAN 'kunst' in het arabisch dezelfde stam heeft als
'vergankelijkheid' FANAA].
3
De vraag 'hoe reageren we op de veranderendee omstandigheden' kan vanuit de
islamitische optiek natuurlijk alleen maar beantwoord worden met een
stellig' door gericht te blijven op het Onveranderlijke,' wat natuurlijk
niet hoeft te betekenen dat we allemaal in jellabas en dishdashas rond
moeten lopen tot de dag des oordeels. 'Het onveranderlijke' is niet een
klederdracht of gedachtengang, maar een toetssteen, een maatstaf, die niet
ervan afhankelijk is of je 'n niqaab of een nike-topje draagt.
En ik hoop niet dat je denkt dat ik zo de behoefte aan een antwoord ontken,
en zeker niet door een beroep te doen op de' eeuwigheidsaanspraken van een
oud boek of idee.' Dat zou heiligschennis zijn. IK mag me alleen op God
beroepen. En vanuit die invalshoek bezien zou ik niet zozeer de behoefte aan
'n antwoord willen ontkennen, maar eerder de hele vraag; omdat deze moderne
tijd ons evenzeer op de proef stelt als alle eerdere moderne tijden.
Om moreel ongeschonden uit deze vuurproef te komen blijft echter een hele
kunst, welke beeldspraak me weer brengt bij een korte uitleg van de 1ste
tekstregel van ons halal-paviljoen:
'Islam is an art.'
///2bcntnd///

Posted by andries at October 29, 2004 05:31 PM
Comments